SV | En Ik ben met u geweest overal, waar gij heengegaan zijt, en Ik heb al uw vijanden uitgeroeid van voor uw aangezicht; en Ik heb u een naam gemaakt, gelijk de naam is der groten, die op de aarde zijn. |
WLC | וָֽאֶהְיֶ֣ה עִמְּךָ֗ בְּכֹל֙ אֲשֶׁ֣ר הָלַ֔כְתָּ וָאַכְרִ֥ית אֶת־כָּל־אֹויְבֶ֖יךָ מִפָּנֶ֑יךָ וְעָשִׂ֤יתִֽי לְךָ֙ שֵׁ֔ם כְּשֵׁ֥ם הַגְּדֹולִ֖ים אֲשֶׁ֥ר בָּאָֽרֶץ׃ |
Trans. | wā’ehəyeh ‘imməḵā bəḵōl ’ăšer hālaḵətā wā’aḵərîṯ ’eṯ-kāl-’wōyəḇeyḵā mipāneyḵā wə‘āśîṯî ləḵā šēm kəšēm hagəḏwōlîm ’ăšer bā’āreṣ: |
En Ik ben met u geweest overal, waar gij heengegaan zijt, en Ik heb al uw vijanden uitgeroeid van voor uw aangezicht; en Ik heb u een naam gemaakt, gelijk de naam is der groten, die op de aarde zijn.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Ik ben met u geweest overal, waar gij heengegaan zijt, en Ik heb al uw vijanden uitgeroeid van voor uw aangezicht; en Ik heb u een naam gemaakt, gelijk de naam is der groten, die op de aarde zijn.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!